Dag 66 t/m 68
Blijf op de hoogte en volg Veerle
16 Januari 2014 | Ethiopië, Addis Abeba
Om kwart voor 7 stond de wekker, zodat we om kwart over 7 klaar voor het ontbijt waren. Er was een lekker buffet, maar het uitzicht was adembenemend! Ik heb zoiets nog niet vaak gezien! Wauw, wat ontzettend mooi!
De taxi stond om kwart over 8 weer voor ons klaar, en gingen we op weg om een boottrip te maken. Maar eerst moeten daarvoor de kaartjes gehaald worden, bij de andere ingang van het park, Nech Sat National Park. En toen weer door de bosjes terug naar de wat grotere weg, om de schipper van de boot op te halen. En hij bracht zijn eigen jerrycan met gas/diesel mee, dus die werd boven op de bus vastgeknoopt. Toen op naar de bootjes, maar wat kom je dan in de middle of nowhere terecht!
Maar met apen op de weg, dat was een leuke verrassing. De bosjes stonden erg dicht op elkaar, en dan nog met een busje erdoor. Maar eenmaal aangekomen bij de plek waar de bootjes lagen, zagen we dat al meer toeristen deze weg hadden genomen. Hup, in het bootje en op naar een tocht van anderhalf uur. En weer, wat is het hier ontzettend mooi! Ik kan en wilde het haast niet geloven, wat een uitzicht! Jammer is dat het niet heel goed op de foto te zien is, maar ik heb m'n best gedaan! Tijdens de bootreis hebben we een paar krokodillen gespot, veel pelikanen en zelfs nog een nijlpaard! Die laatste was niet verwacht, maar een paar vissers (jongens op een klein vlotje) wezen aan waar er een zou moeten zijn en dat klopte ook! Wat een lomp beest, en terwijl we alleen nog maar de kop hadden gezien.
Om 11.00 uur waren we terug van de bootreis en reden we weer terug naar Arba Minch, om de schipper thuis te brengen en om daar te lunchen. We hebben geluncht bij een hotel met een erg groot restaurant, lekker in de schaduw van de bomen. Het eten was lekker maar niet fantastisch, maar het lekkere zitten maakte alles goed!
En toen op naar Konso! Om kwart over 1 zaten we weer in de auto daar naar toe. Onderweg was het erg warm, maar met de raampjes open is het goed te doen. De gids heeft lekker zitten kletsen en wilde ook van alles van Nederland weten, dus dat was gezellig kletsen. Al heb ik niet alles meegemaakt. Claudia heeft ook nog iets gezien met planten, als je daar thee van maakt en dan dus drinkt, is het een medicijn voor 40 ziektes.
Op de weg naar Konso hebben we, schat ik, anderhalf uur op een onverharde weg gereden, zoals de Samenwijk in Dedemsvaart. Ik weet nu ook waar het liedje 'hobbel, hobbel, hobbel, gat in de weg!' vandaan komt.. En je moet niet alleen stoppen voor de hobbels, maar ook voor de enorme hoeveelheid vee wat er op de weg loopt. Echt enorm!
Het valt me nu al wel op dat het verschil tussen arm en rijk zo groot is. In Addis zaten wij vorige week binnen met twee iPads, drie laptops en een televisie aan, met even zoveel mensen. Hier hebben de mensen langs de kant van de weg helemaal geen elektriciteit, en moeten ze zich wassen in een klein stromend riviertje, waar ook de koeien hun behoeften doen, en waar de kleren in worden gewassen. Er zijn wel waterputten, maar daar staat dan ook gelijk een hele rij met veel jerrycans, om te vullen en dan weer mee naar huis te nemen. En de meeste huisjes langs de kant van de weg zijn van die ronde Afrika-huisjes, zoals je ze op plaatjes in tijdschriften ziet!
Rond kwart over drie kwamen we aan in Kanta Lodge in Konso, waar we onze tweede macht doorbrengen. Het zijn weer van die huisjes waar we in slapen, en Claudia heeft net de douche geprobeerd en die was fijn! Dus na het eten ga ik daar ook fijn gebruik van maken!
Ook vandaag is het weer alsof de foto's die ik maak, rechtstreeks uit een tijdschrift komen of als ansichtkaart gedrukt staat. Het leven is soms oneerlijk, mijn familie in Nederland aan het werk en ik aan het genieten van al dat moois in Ethiopië, maar ik geniet ervan!
Dag 67, zondag 12 januari
Om half negen werden we vanmorgen opgehaald, en kregen we van onze gids twee bloemen, wat olifantenvoedsel is. Mooi zeg! Ik dacht dat we naar het Mursi-volk gingen, maar dat was niet het geval. Als eerste gingen we naar een natuurplek die hier New York wordt genoemd. Waarom dat het geval was wisten we eerst niet, maar toen we er stonden werd het ons duidelijk. We stonden bij een stuk wat in het klein lijkt op de Grand Canyon van Amerika, maar dan dus hier in Afrika. En al met al leek het een beetje op New York, zoals je dat van televisie wel eens ziet. Daar hebben we dus wat foto's genomen en gekeken naar het prachtige uitzicht. Dat gebeurt hier trouwens nogal vaak, dat ik kijk naar het prachtige uitzicht, en dat komt omdat het hier allemaal prachtig is!
Na New York zijn we naar Comole geweest, een dorpje wat helemaal tussen de bossen ligt. Vanaf de weg is dan ook niet te zien dat er een dorp met 3000 inwoners is. En niet zomaar een dorp, maar nog een met veel rituelen en gebruiken. Zo is er rondom het volledige dorp een stenen muur, maar zijn er binnen het dorp nog weer kleinere gemeenschappen. Die hebben wel allemaal dezelfde gebruiken maar zijn dus wat compacter. Er is een soort gemeenschapsruimte waar de jongens, als ze 15 zijn, komen te wonen. Ze mogen daar dan weer weg tot ze als volwassenen worden gezien. En dat testen ze op een speciale manier: er ligt op het kleine pleintje een grote steen, en zodra je als jongen die steen over je schouder kan gooien ben je een man en mag je gaan trouwen. Met wie je trouwt wordt hier trouwens nog voor je bepaald, daar heb je zelf geen keuze in, zowel voor de vrouw als voor de man. Op die plek waar die steen ligt, staat er ook een verzameling van bomen. Elke 18 jaar wordt er een nieuwe stam bijgevoegd. Aan het aantal stammen, keer 18, kun je dus berekenen hoe oud het dorp is. Dit dorp wordt geschat op zo'n 400 jaar. We zijn het dorpje even rondgelopen, maar je wordt geen wijs uit de weggetjes, het is een enorm doolhof. In het dorp hebben we nog een familie gezien die katoen zo klaarmaakte dat ermee geweven kon worden. Ook staan er veel huisjes op poten, dat zijn de voorraadhuisjes en zodra het op poten staat kan er minder ongedierte bij komen!
Het dorp staat er ook om bekend dat de mannen en vrouwen hetzelfde werk doen. In Ethiopië is man/vrouw nog verschillend in werk, maar in deze dorpjes niet. De mannen kunnen ook weven en de vrouwen kunnen ook best meebouwen aan een nieuwe gemeenschapsruimte.
In totaal zijn er meer van dit soort dorpen, maar wij hebben er maar 1 bezocht. Alles bij elkaar en het landschap erbij is erkend door de Unesco.
Eenmaal weer in de auto zijn we doorgereden naar Jinka, waar ons volgende overnachtingsplaats is. Onderweg zijn we door de Omo Valley gereden. In deze vallei wonen zo'n 20 stammen, die gekenmerkt worden door hun speciale haardracht (de zogenoemde 'bloempotten' bij ons) en hun manieren om katoen te bewerken.
Rond kwart over 1 kwamen we aan bij het Eyob Pension in Jinka. En helaas, de luxe die we de afgelopen twee nachten hadden gehad kunnen we op onze buik schrijven. Maar er is een bed, een wc en een koude douche, dus we gaan het hier wel redden. De middag zijn we doorgekomen met spelletjes spelen en een boek lezen. Ook hebben we nog naar Nederland gebeld, omdat we wisten dat onze families bij Bart en Ria op bezoek waren en Tirsit en Martha daar ook zouden zijn. Leuk om zo even contact te hebben, al was het maar voor even! Al met al een lekkere middag gehad dus!
Dag 68, maandag 13 januari
Vroeg ons bed uit, want om 6 uur werden we opgehaald. En omdat er geen elektriciteit was, hebben we gezellig ontbeten bij kaarslicht. Maar eenmaal in de auto was het binnen tien minuten helemaal licht! Mooi om te zien hoe snel dat hier gaat. Op weg naar het Mursi-volk. Dat is een volk waarbij de vrouwen zich kenmerken door de lip-ringen. Alleen dit volk en nog een volk in Midden-Amerika leven volgens deze traditie. Maar om daar te komen moesten we eerst bijna twee uur in de auto over een hobbelweg. Na ongeveer anderhalf uur kwam er een soort militair bij ons in de auto, omdat het Mursi-volk nogal agressief blijkt te zijn. Ik vind dat niet zo raar, als je weet dat er elke dag mensen komen om 'aapjes' te kijken en er foto's van te maken. Maar goed, de militair had een geweer bij zich, dus het zou wel goed komen. We wisten van te voren al dat als we een foto wilden maken,we daar geld voor moesten betalen. En dus hadden wij al wat 1-birr biljetten gespaard, zodat we foto's konden nemen en eerlijk konden betalen. Het laatste stuk in de auto, toen de militair er al bij in zat, zagen we al wat mensen van het volk lopen. En wat ik zo opvallend vond, was dat die mensen een heel erg boze uitstraling hadden. Volgens onze gids komt dat omdat ze een moeilijke leefstijl hebben en moeilijk aan hun eten enzovoorts kunnen komen, en daardoor eigenlijk altijd boos zijn.
Eenmaal bij het dorpje aangekomen, een stuk of tien kleine hutjes en een open plaats, moesten we eerst in de bus blijven wachten totdat de militair met het stamhoofd had overlegd of het goed was dat we kwamen kijken. En dat was het geval, dus uit de auto. Ik vond het erg raar, omdat ik het idee had binnen te dringen in een gemeenschap die eigenlijk niet zo op ons zat te wachten. En ik wist wel dat we niet de enige mensen zouden zijn, maar toch was het een raar gevoel. Buiten de bus kwamen er gelijk kinderen op ons af, met het geluid dat een fototoestel maakt en vragen om geld. Alleen zaten ze ook de hele tijd aan je. Prikken in m'n arm, trekken aan me, aan het fototoestel zitten, alleen maar om op de foto te komen en geld te krijgen. Maar eerst hebben we een beetje tussen de hutjes doorgelopen, om te kijken hoe de mensen leven. De mannen zaten allemaal apart, de vrouwen waren zich mooi aan het maken voor de fotosessie en de kinderen riepen om aandacht. De jongetjes tot een jaar of 10 liepen er allemaal naakt bij.
De gids zei op een gegeven moment dat het wel goed was om foto's te gaan maken, dus we hebben wat mensen uitgekozen die op de foto mochten. Eerst hadden ze dan nog geen schaal in hun lip, maar die werd er voor onze neus, zodat we het goed konden zien, erin gestopt. De onderlip is als meisje al losgesneden, en de voorste twee onderste tanden eruit gehaald, zodat de onderlip kan oprekken en er dus een schaal in kan. Hetzelfde wordt gedaan met de oren, er worden van die grote gaten in gemaakt. Raar om te zien, en eigenlijk ook wel een beetje eng en onwerkelijk. Dat deze mensen nog zo zijn en zich nog zo kleden en versieren, alleen maar om mannen te veroveren, en dan kiest alsnog je familie je man of vrouw uit. Het Mursi-volk in Ethiopië bestaat nog uit 15.000 mensen, dat is bijna heel Dedemsvaart. Ik ben toch blij dat wij deze traditie niet hebben.
Waar ik nog het meest raar van was, was dat iedereen je zo ontzettend aanraakt, niet alleen de kinderen maar ook de oudere vrouwen. En dat is toch wel een heel vies idee... Nadat we de foto's hadden gemaakt, en ook nog een van ons met twee wat oudere jongens. Onwerkelijk allemaal.
Al met al heeft dit bezoekje misschien maar twintig minuten geduurd. En toen moesten we weer terug, die twee uur.. Op de terugweg hebben we nog een soort van hertjes en kalkoenen gezien, de hertjes waren alleen te snel voor de foto. En op de terugweg hebben we nog stiekem foto's gemaakt van Mursi-mensen aan de kant van de weg. En omdat er toch een militair mee was, kon dat wel.
Om kwart over tien zaten wij alweer aan onze lunch in Jinka, en daar hebben we met z'n vieren injerra gegeten. Als je het niet zo vaak eet, is het nog lekker, maar zodra je dit elke dag krijgt, is het niet meer zo lekker.
Na een half uurtje zijn we op weg gegaan naar Tourmi. Onderweg zijn we gestopt om een plaatselijke markt te bezoeken. Er waren veel mensen van drie verschillende stammen, Tsemay, Benna en Arri. Ik weet niet meer welke, maar een kenmerkt er zich door de haren als een bloempotkapsel te dragen. Een andere stam gebruikt juist weer veel kleuren. En ik weet niet meer bij welke stam, maar daar kun je aan de kettingen zien of de vrouw is getrouwd en hoeveelste vrouw zij is. Ook werd er op die markt geen teff verkocht, zoals in Holeta, maar een soort boter. En toen wisten Claudia en ik allebei waar de mensen hier naar ruiken, namelijk naar die boter!
In Tourmi was er ook een markt aan de gang, wat een boel mensen! En allemaal zo gekleed volgens de tradities van hun eigen stam, maar onderling gingen ze er goed met elkaar om. En vooral al die kleuren, prachtig om te zien. Er was ook nog een klein souvenir-marktje, waar we nog wat hebben gekocht. En daar kon ik weer goed mijn 'talent' van afdingen gebruiken!
Toen op naar de Lodge waar we vannacht slapen. We hebben lekker gegeten, maar helaas is er geen elektriciteit dus ook dit eten bij kaarslicht gedaan. En zo is de dag op dezelfde manier afgesloten als dat we hem zijn begonnen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley